Niemand weet precies wanneer en door wie inkt is uitgevonden.
Het is ongeveer tweeduizend jaar geleden dat de eerste inkttabletten werden gemaakt. De tabletten bestonden uit een mengsel van lak, roet en dennenhoutskool. Van inkttabletten maak je vloeibare inkt. In het oude China waren sommige inktstaafjes meer waard dan goud! Men deed er soms gruis van edelstenen doorheen om de zwarte inkt prachtig te laten glinsteren. Of er werden kruiden en parfum bij gedaan om de inkt heerlijk te laten geuren. De recepten waren voor honderden jaren strikt geheim! De keizer Chang-Tsung (1190-1209) was een groot kalligraaf, dat is een schrijfkunstenaar die in één soepele beweging met een penseel en inkt sierlijke tekens neerzet. Hij was zo goed dat ze hem de inktduivel noemden. Hij had een pond goud over voor de hoogste kwaliteit inkt. En o wee, als er met de inkt gesjoemeld was dan zwaaide er wat voor de inktmakers! Tegenwoordig kan je de inkt vloeibaar kopen in een inktpot of plastic fles.

Inkt is een vloeibaar en levendig materiaal. Je kunt er scherpe lijnen mee tekenen en zwierige streken mee maken. Maar als je even niet oplet heb je zo inktvlekken gemorst. Gelukkig kan je in die inktvlekken weer van alles zien om iets van te maken.

Ga naar materialen.