Trek nog een blauwe lijn haaks op je andere lijn. Werk met streepjes verder aan jouw vier wieken.
Ga daarna verder met wolkjes in de lucht. Je kan ze lichtblauw maken door witte verf met wat blauwe verf te mengen. Begint het al te waaien op jouw schilderij?
Schilder een periscoop van een verdwaalde onderzeeboot. Of komt er iets anders boven water?
Bijvoorbeeld de vin van een vis?
Simon Maris 1905
Tekening van zijn vriend Piet Mondriaan aan het werk buiten op zijn fiets.
Haags Gemeente Museum
Wat heb je nodig:
En nu jij!
Probeer het maar eens, een molenschilderij te maken alleen met de kleuren rood, geel, blauw en zwart en wit. Misschien staat er een molen bij jou in de buurt. Of kies anders een van de molens als voorbeeld uit dit velletje postzegels.
Trek met potlood een verticale lijn door het midden over je doek. En een horizontale lijn een stuk onder het midden.
Nederland is wereldberoemd om zijn molens. Het is dus niet vreemd dat molens veel voorkomen op Hollandse schilderijen. De kunstenaar Piet Mondriaan heeft heel wat molens geschilderd. Eerst gebruikte Piet kleuren zoals mosgroen, donkerbruin en grijzen. Maar hij kreeg genoeg van deze kleuren. Piet wilde dat zijn schilderijen meer licht en helderheid gingen uitstralen. Hij begon met de primaire kleuren rood, geel en blauw te experimenteren. Als je kijkt naar het schilderij met de rode molen zie je dat al. Mondriaan wilde andere wegen uitproberen om tot nieuwe beelden te kunnen komen. Want dat is kunst vond hij.
Molen bij zonlicht 1908
olieverf op doek, 87 cm x 114 cm
Collectie Gemeentemuseum, Den Haag
Materiaalstreek
Piet was een hele nette peer. Alles moest keurig netjes op zijn plaats liggen. Lekker overzichtelijk. Hij gebruikte de primaire kleuren omdat het de eerste kleuren zijn. Dat wil zeggen, rood, geel en blauw kun je niet uit andere kleuren maken. Maar je kan wel andere kleuren krijgen door rood, geel en blauw met elkaar te mengen. Waarschijnlijk gebruikte Piet voor elke kleur een schone kwast. Hij wilde niet dat de kleuren zomaar gingen mengen. Gebruik tijdens het schilderen bij elke kleur een andere kwast. Dat werkt handig.
De eerste primaire kleur die je gebruikt is geel. Schilder je ondergrond helemaal geel, het is een zonnige dag. Laat het drogen.
De tweede primaire kleur die je gebruikt is rood. Schilder op je horizontale lijn de vorm van jouw molen.
En nu de derde primaire kleur, dat is blauw. Schilder een deur, dan een raampje en ten slotte een rondje waar de wieken van de molen aan vast komen te zitten. Dat heet in het echt een as-kop. En nu snel verder. Hoe is de stand van jouw wieken? En waait het hard zodat ze draaien? Trek een blauwe lijn verf door je as-kop. Gebruik hiervoor jouw liniaal. Veeg je liniaal daarna schoon.
Schilder de zeilen in de wieken rood. En nu je toch met rode verf bezig bent, schilder rode golven. In het water dobbert een blauwe boot.
Maak jouw molenschilderij tot een geheel. Je kan nog wat golfjes schilderen met geel of wit.
Of wolken met wat lichtblauw. Met zwarte verf kan je hier en daar wat donkere accenten leggen. Ga verder op jouw eigen manier totdat je tevreden bent.
Zin in
meer streken?
De molenaar wil natuurlijk graag dat zijn molenwieken draaien. En dat is altijd een schitterend gezicht. Maar hoe krijg je meer het gevoel dat de wind waait op jouw schilderij? Nou, de wind laat de toppen van de bomen bewegen, het water klotsen in de sloot en de grashalmen wuiven. Dat kan je allemaal schilderen. Hoe sterker de wind waait hoe meer alles wappert en buigt.
De storm komt naderbij. Een donkere wolk drijft jouw schilderij binnen. Maar komt de wind van links of van rechts? Bepaal de windrichting in jouw schilderij door het gras en het riet een kant op te laten buigen. Gebruik de kleuren van Piet maar ook toch weer niet. Met de primaire kleuren rood en blauw kun je een donkere paarse wolk schilderen. En met geel en blauw kun je groen gras maken. Verzin zelf nog iets dat de wind laat bewegen.
De laatste papierwindmolen ter wereld is De Schoolmeester in Westzaan.