Van inktstaafjes kan je vloeibare inkt maken. Je wrijft een staafje met wat water fijn op een inktsteen. Inktstaafjes heb je in allerlei kleuren. Voor een andere kleur moet je wel jouw inktsteen goed schoonspoelen.
Inkt is helemaal niet zo duur. Je kan het kopen in vele kleuren. Het werkt veel soepeler dan een kleurpotlood. Alleen daardoor lijkt het weleens op een wezentje dat zijn eigen leven leidt. Inkt kan knap lastig zijn als je niet genoeg geduld hebt.
Viltstiften tekenen lekker vlot. Viltstiften zoals we die nu vooral kennen zijn in 1962 uitgevonden door de Japanse meneer Yukio Horie. Ze hebben verschillende diktes net als potloden. Wanneer je de dop er niet goed opdoet droogt de inktstift snel uit.
Aan een veer kun je een punt snijden. Daarna kan je de punt in de inkt dopen om er mee te schrijven of te tekenen.
Met inkt kan je tekenen en schrijven. Maar je kan er ook mee stempelen. Daar heb je stempels en een inkt-kussen voor nodig. Trouwens, met inkt stempelen kan ook schrijven zijn.
Een kroontjespen bestaat uit een penhouder en een metalen pennetje. Het pennetje kan je verwisselen. Er bestaan talloze pennetjes voor verschillende teken- en schrijftechnieken. Inkt past zich aan bij elk pennetje.
In het Oosten hebben ze speciale kwasten voor inkt. Inkt moet spontaan en vloeiend gebruikt worden.
Een inktpot heeft meestal een smalle hals en een brede onderkant. Dit is om omvallen te voorkomen als je er een pen indoopt. Veel tekenaars verzamelen inktpotten, omdat ze heel mooi kunnen zijn.